Kabinet Overweegt Belastingverhogingen om Inflatie te Bestrijden
Nederland, zaterdag, 11 januari 2025.
Het Nederlandse kabinet overweegt belastingverhogingen of het verminderen van uitgaven om de hoge inflatie van 4,1% in december 2024 te bestrijden.
Aanhoudende Inflatiedruk
Volgens de snelle raming van het CBS is de inflatie in december 2024 uitgekomen op 4,1% [1]. Dit is zorgwekkend omdat de Europese inflatie juist is gedaald van meer dan 10% in oktober 2022 naar 2,4% in december 2024, waarvan Nederland dus significant afwijkt [1]. Minister-president Schoof benadrukte tijdens de ministerraad van 10 januari 2025 dat de inflatie in Nederland ‘zorgelijk hoog’ is en hoger dan in omringende landen [2].
Verslechterende Overheidsfinanciën
De situatie wordt verergerd door een verslechterend begrotingstekort. Volgens de langetermijnraming van het CPB loopt het overheidstekort op van 2,4% in 2024 tot 3,9% in 2028 [1]. Daarnaast stijgen de collectieve uitgaven van 44,6% naar 46,7% van het nationaal inkomen in dezelfde periode [1]. Premier Schoof waarschuwde tijdens de persconferentie dat ‘de overheidsschuld dit jaar historisch laag is, maar in rap tempo oploopt’ [2].
Besluitvorming Voorjaarsnota
Het kabinet heeft ongeveer drie maanden de tijd om tot concrete maatregelen te komen. De besluitvorming over de Voorjaarsnota moet voor 11 april 2025 zijn afgerond [2]. Premier Schoof erkende dat dit ‘een ingewikkelde puzzel wordt om te leggen’ [2]. Er zullen gesprekken plaatsvinden met fractievoorzitters om wensen en bezwaren te verkennen, waarbij het kabinet streeft naar steun in zowel de Tweede als Eerste Kamer [2].
Mogelijke Maatregelen
Een van de concrete opties die wordt overwogen is de herziening van het lage tarief in de vennootschapsbelasting, wat momenteel 3 miljard euro per jaar kost [1]. Volgens economen komt dit fiscale voordeel ‘terecht bij bedrijven waarvoor het niet is bedoeld’ [1]. Het kabinet onderzoekt ook andere mogelijkheden om de overheidsuitgaven terug te dringen, waarbij wordt benadrukt dat er een solide begrotingsbeleid moet worden gevoerd [2].