Hypotheekrenteaftrek: Stijgende rentes drijven kosten omhoog

Den Haag, vrijdag, 5 september 2025.
Sinds 2022 stijgt het budgettaire belang van de hypotheekrenteaftrek weer, vooral door hogere rentes op nieuwe hypotheken. Deze stijging compliceert de discussie over de toekomstige afbouw van deze regeling.
Daling en herstel van het budgettaire belang
Tussen 2013 en 2022 daalde het budgettaire belang van de hypotheekrenteaftrek met 47 procent, van 13,8 miljard euro naar 7,3 miljard euro [1]. Deze daling was grotendeels te danken aan de afname van de gemiddelde hypotheekrente op uitstaande hypotheken, die daalde van 4,6 procent naar 2,4 procent [1]. Echter, tussen 2022 en 5 september 2025 is het budgettaire belang weer met 52 procent gestegen, voornamelijk door de stijging van de hypotheekrente op nieuwe hypotheken [1].
Beleidsmatige factoren en stagnatie
Naast de dalende rente speelde ook de beleidsmatige afbouw van de hypotheekrenteaftrek een rol tussen 2013 en 2022 [1]. Sinds 2013 is de hypotheekrenteaftrek alleen van toepassing als minimaal de helft van de hypotheek annuïtair of lineair wordt afgelost [1]. Bovendien is het aftrekpercentage tussen 2014 en 2023 afgebouwd van 52 procent naar 37 procent, en sinds 2019 wordt de Wet Hillen afgebouwd [1]. De beleidsmatige afbouw is de laatste jaren echter gestagneerd, wat de stijging van het budgettaire belang verder in de hand werkt [1].